Catalonië is zoveel meer dan alleen zon, zee en strand. Ook zou je de trefwoorden bomen, bossen en bergen hier moeiteloos aan toe kunnen voegen. Als onderdeel van de Grand Tour van Catalonië, een (auto-)route waarin je in 5 delen de allermooiste plekken van Catalonië bezoekt nam ik etappe 4 met het thema: "Ode aan de Natuur" voor mijn rekening. Hieronder lees je over mijn persoonlijke 10 hoogtepunten van mijn trip in Catalonië. Bon viatge!
1. Gósol
Gósol is een klein middeleeuws dorp dat direct aan de voet van de Pedraforca is gelegen. Naast de reusachtige berg staat Gósol ook bekend vanwege dat hier niemand minder dan Pablo Picasso hier een periode heeft doorgebracht. Picasso liet zich inspireren door de rijke kleuren van het landschap en de bewoners van dit inspirerende bergdorp.
De top van de Pedraforca is voor de ervaren bergwandelaar in 2,5 uur te bereiken. De uiterst populaire route staat bekend als een uitdagende, maar niet-technische klim. Vanaf de mirador (uitkijkpunt) van de Coll de Verdet dat met de auto bereikbaar is, is het zo'n 900 hoogtemeters voordat je op de top van de Pollegó Superior (de hoogste van de twee toppen) staat. Ga je in het weekend, arriveer dan op tijd zodat je niet lang naar een parkeerplaats hoeft te zoeken. Ook is het mogelijk om zonder al te veel inspanning een leuke bergwandeling te maken naar de Refugio Lluis Estasen. Deze leuke berghut ligt op zo'n 20 minuten bergopwaarts vanaf de parkeerplaats. Zo kun je redelijk eenvoudig toch nog die authentieke berghut- sfeer proeven.




2. Josa de Cadí
Die ochtend rijd ik onder een volle maan naar Josa de Cadí, een sprookjesachtig dorpje op een heuveltop. Als ik aankom verdwijnt de maan precies achter de kerktoren, bovenaan het dorp, achter de berg. Josa de Cadí neemt een belangrijke plek in de vroege middeleeuwen toen Kathaarse vluchtelingen een veilig onderkomen zochten binnen de muren van Josa de Cadí. Er vond naar verluid een hevige strijd plaats tussen de inquisitie en oppositie die sympathiseerden met de gevluchte Katharen. Dankzij de strijdbaarheid van de bewoners en niet in de laatste plaats de ligging van het bergdorp, bleek Josa de Cadí een onneembare vesting en gaven de strijdkrachten van de inquisitie zich uiteindelijk gewonnen.



3. Terradelles en Guardiola de Berguedá
De dag vliegt voorbij en voordat ik het weet ben ik alweer onderweg naar de volgende pareltjes op de route. In Terradelles staat bij lokale kaasmaker Formatgeria Artesanal Tiraval een fantastische kaasproeverij op mij te wachten. Kaasmaker Carles maakt met melk van lokale grazers (schaap, geit en koe) prachtige kazen die hij affineert (een soort 'finish' geeft) en verkoopt aan speciaalzaken en restaurants. Hij doet zijn verhaal in het Catalaans dus versta ik er niet veel van. Gelukkig is de taal van lekker eten wél internationaal bekend en begrijpen we elkaar meteen een stuk beter als de eerste kaasjes worden aangesneden en geproefd. Na deze culinaire tussenstop vervolg ik mijn weg naar het naastgelegen Guardiola de Berguedá en neem ik een kijkje in de oude abdij "Monestir de Sant Llorenç" waar tegenwoordig geen monniken of zusters meer rondlopen, maar wat dienst doet als concertzaal voor klassieke muziek- en opera voorstellingen. Als ik het voormalige klooster betreed, galmen de hoge noten van een oefenend opera ensemble door de gangen. Nou ben ik niet persé een liefhebber van dit muziekgenre, maar toch ik betrap mijzelf op kippenvel bij het horen van de hoge noten. Misschien is het de combinatie van het klassieke gezang met het oude gebouw?



4. Puigcerdá
Om in de Puigcerdá te komen moet de 5 kilometer lange Túnel de Cadí worden genomen. Op het moment dat je weer zonlicht ziet, ben je niet meer in de provincie Berguedá, maar in de volgende vegueria (bestuurlijke regio), Cerdanya. Cerdanya grenst aan Frankrijk in het Noorden en Andorra in het Noordwesten. De in grote getalen aanwezige Franse kentekenplaten verraden dat je je in het grensgebied begeeft. Zodra je de grens met Frankrijk bent gepa